zondag 13 mei 2007

BADGASTEN

Ook wij, bij ons thuis 'hielden badgasten'. De badgasten van toen werden binnen de Noordwijkse gemeenschap bekeken als de 'aliens' nu: vreemde buitenaardse wezens. Over het algemeen kwamen de 'wezens' uit de stad. Waarmee deze keer niet alleen Leiden werd bedoeld maar ook wereldsteden als Amsterdam en Rotterdam. Soms, en dat sloeg werkelijk alles, kwamen ze uit Duitsland! Het waren vreemde wezens die badgasten. Zo kookten ze niet zelf maar aten ze vaak buitenshuis. Zij dronken koffie op een terrasje aan de Boulevard, maakten 's avonds een dansje in 'Palace' of luisterden in 'Het Zeepaardje' naar Pia Beck.
Je mocht je nóóit met de gasten bemoeien en alléén met de kinderen spelen als het je werd gevraagd en dan nog moest je heel aardig zijn én vriendelijk en je vooral netjes gedragen.
Ik was gek op de badgasten. Ze brachten nét dat vleugje 'grote' wereld mee dat je naar verder dan Noordwijk deed verlangen. Een gevoel dat nooit is overgegaan. Altijd weer kwam de dwang de verre verten te gaan onderzoeken om zolang die zucht niet opnieuw de kop opstak, oneindig gelukkig in Noordwijk te zijn.
De op Verhuur-stand gebouwde woningen bezaten standaard een zomerhuis, hoewel niet groot van afmetingen, toch nog gerieflijk en van alle gemakken voorzien. Wij woonden niet op Verhuur-stand en konden dan ook van oorsprong niet over al deze luxe beschikken.
Nu was mijn moeder erg vindingrijk en mijn vader erg handig, dus hebben die twee samen in de loop der jaren heel wat oplossingen bedacht ter vervanging van de ontbrekende accomodatie.
In het eerste jaar van de verhuur hielden wij de voorkamer van de kamer-en-suite voor onszelf. De schuifdeuren werden een zomerlang gesloten, Om de inkijk te belemmeren werden voor de de raampjes in de deuren vrolijke gordijnen gehangen.
Zo zaten we ieder, de gasten en wij 'op ons eigen' !
Met uitzondering van het toilet, dat naar behoefte, door beide gezinnen in gebruik was genomen. Slapen deden wij bij kennissen in een bouwkeet die ze in de tuin hadden staan. De fietsenschuur met gasaansluiting voor het koken van de was, werd tot keuken gepromoveerd. Het volgende verhuurseizoen werd het al veel en veel beter. De fietsenschuur, werd voorzien van stapelbed en aanrecht omgebouwd tot slaapkamer annex keuken. Echte luxe!
Voor veel geld had vader, tweedehands een hoeveelheid hout gekocht waarvan ongeveer de helft verrot bleek, helaas, en daar bouwde hij een heus zomerhuis van. Waarin het opklapbed voor mijn ouders en en een zelfontworpen schuifdeur de architectonische grootheden uitmaakten.
In de jaren die kwamen werden er nog meer annexen opgericht. We hadden er op het eind zoveel dat ze voor het gemak van naam en nummer voorzien werden.
Het hoofdverblijf werd betiteld als LOODS I, het sanitaire gedeelte was ondergebracht in LOODS II en het gebouw voor overige bezigheden, in de wintermaanden gedegradeerd tot kolenhok was LOODS III.
De landelijke pers sprak in die jaren schande over de geldbeluste verhuurders die hun kinderen te slapen legden in varkens -en kippenhokken.
Maar onze zomerhuizen waren helemaal top! Zelfs de meest luxe vakantiebungalow in één van de huidige van alle gemakken voorziene recreatieparken, moeten het afleggen tegen de charmes van onze zomerhuizen. En hoe of de zomer ook werd, of het nu warm was en zonnig, koud en regenachtig, het zomerhuis bleef de fijnste plek om in te wonen. Lekker knus dicht bij elkaar, arm maar warm!
Een gezellige tijd en een jeugd om met plezier aan terug te denken!

http://nl.wikipedia.org/wiki/Pia_Beck

Geen opmerkingen: