woensdag 16 mei 2007

SCHOOLREISJE

Het grootste evenement van ons lagere school bestaan was het jaarlijkse schoolreisje. Om bij te dragen in de kosten werd wekelijks door de leerlingen een speciaal hiervoor van de ouders verkregen kwartje gespaard.
Zo'n schoolreisjesdag begon al vroeg.
Eerst naar bakkerij 'de Verbetering' of naar bakkerij 'van Westerop' om verse kadetjes. Dat hoorde er nu eenmaal bij. Belegd met plakjes kaas of bestrooid met suiker gingen ze in papier gewikkeld mee in de badtas (verplichte aanschaf voor zwemles in de Noordduinen onder de bezielende leiding van mevrouw van Tilburg) met een rubberen laag voorzien van een waterafstotende voering bij uitstek geschikt voor dit doel. De proviand voorziening werd afgemaakt met een appel, een reep chocola en een flesje ranja. Dan naar school en wachten op het voorrijden van de glanzend blauw met witte bussen van Concours d'Elegance winnaar'Beuk' of op de minstens zo elegante bussen van de firma 'Brouwer'.
Met zijn drieën in één bank geperst, zwaaiend naar uitwuivende
vaders, moeders, broeders en zusters vertrokken we. Al op de Gooweg werd het eerste 'Potje met vet' en met luide zoete kelen ingezet. Er zou die dag wel een vat vol met vet gezongen worden.
Naast een bezoek aan de speeltuin, zat er in de schoolreisjes ook altijd een educatief element, ik ben ze, op het bezoek aan het Muiderslot na, allemaal vergeten. Hetgeen mag bewijzen dat níet het onderwijs schuldig is aan het feit dat wij tot cultuurbarbaren zijn opgegroeid. Zelfs het Muiderslot zou ik vergeten zijn,als we niet voor de als zakgeld meegekregen gulden een kogelflesje prik hadden willen kopen in het winkeltje ernaast. De winkelier, een matig mannetje, keek ons ontzet aan nadat wij onze bestelling van"drie flessies prik" hadden gedaan. In bekakt en slissend Hoog Goois verbeterde hij: "Gazeuse, mijn clientèle wensen: gázéúse." Omdat we niet wisten wat dat was, liepen we gierend van de lach en zonder prik de winkel weer uit.
Het belangrijkste aan het schoolreisfeest was het bezoek aan de speeltuin. We bezochten er velen maar met een draaimolen, schommels, waterbrug, doolhof, kanovijver en botsautootjes leken ze toch allemaal op elkaar.
Buiten, aan lange tafels gezeten, aten we de van huis meegebrachte versnaperingen, om later, onderweg nog een keer te stoppen voor het nuttigen van een ijsje.
Doodmoe, en met altijd minimaal één leerling minder die, letterlijk, was gevallen op het veld van eer en met iets gebrokens of gehechts nabezorgd werd, kwamen we terug Onder het zingen van 'het honderd en tiende couplet' doken we onder de banken, om bij aankomst voor de school, onze afhalers de illusie te geven, dat wij net als die ene leerling, zouden worden na bezorgd. Vuil, lui en slaperig gingen we huiswaarts in de zekerheid dat er volgende jaar wel weer een schoolreisje zou zijn.

Geen opmerkingen: