dinsdag 15 mei 2007

BLOEMEN UIT HET BOS

Ik was nog altijd geen vier en mocht dus ook nog niet naar school. Dat vond ik jammer, vooralomdat mijn grote broer daar wel naartoe mocht. Gelukkig was ik vindingrijk genoeg om me niet te vervelen en leuke spelletjes te bedenken. Ook trok ik er weleens alleen op uit, tot groot verdriet van mijn familie.
Op een zonnige voorjaarsmiddag bedacht ik dat ik mijn moeder blij zou kunnen maken met een vers geplukt bosje bloemen. Ik begon drie jaar oud en drie turven hoog aan mijn wandeling richting bloemen. Aan het eind van onze straat, op de hoek bij de kruidenierswinkel hielden toen de huizen op. Einde bebouwing. Daar begon het bos. De toegang was versperd met vlecht- en prikkeldraad maar vlug genoeg vond een gat dat groot genoeg was om mij door te laten. Een hele poos heb ik er zitten spelen. Een beetje zand als een straaltje door je hand laten lopen en in de het zonlicht spiegelende zandkorrels op grootte sorteren.De bosgrond was als duinzand zo fijn. Zilverig van kleur net als de dunne berkjes met hun wit gevlamde stammetjes. Aan de voet van de bijna transparante boompjes met hun grijs en groene bladerdak, bloeiden hele pollen sneeuwklokjes, blauwe druifjes en heerlijk geurende hyacintjes van het zachtste rosse.
Ik heb nooit in mijn leven een bos kunnen ontdekken dat zo mooi, zo licht en vol van geuren was. Toen ik genoeg bloemen had verzameld ging ik weer op weg naar huis.
Daar aangekomen was was er niemand thuis. Dat iedereen weg was om naar mij te zoeken realiseerde ik me niet. Iedereen was op pad. Mijn moeder die mij een kleine twee uur daarvoor opeens had gemist, liep mij -helemaal overstuur- te zoeken.
Ik was mij van geen kwaad bewust en ging op zoek naar een mooi papiertje om mijn bloemetjes in te wikkelen. Mijn oog had het vlug gevonden. Opgevouwen, in het lepelvaasje, op het theekastje ontwaarde ik een prachtig blauw papiertje. Net groot genoeg om er de steeltjes mee te bedekken.
Op het theekastje stond een pot bijna koude thee en op tafel stonden nog lege kopjes. Symptomen van een overhaast vertrek.Ik maakte mijn karwei af, ging ik er eens lekker bewonderend voor zitten en verheugde me op de blijschap van mijn moeder als zij de verrassing zou zien.
Maar jammer, moeder was niet blij. Nee, moeder was zelfs (een uitzondering) heel bóós! Nadat zij mij heel duidelijk had gemaakt dat van driejarigen niet werd verwacht dat zij alleen op stap gingen. Moeder snufte en snoot haar neus. Om haar woorden kracht bij te zetten gooide zij het boeket met papier en al in de kachel. Met zo'n boeket kon ze niet blij zijn .Het ontging haar, dat mét de bloemen ook haar laatste tientje huishoudgeld in het vuur verdween.

En altijd als ik in de buurt van het nu lang verdwenen bos kom, en zie ik op die plek de huizen staan dan mis ik mijn zilveren bos, mis ik de geur van de bloemen, mis ik bovenal de tijd van mijn jeugd.

Geen opmerkingen: