De droommooie winkeltjes uit mijn jeugd zijn verdwenen, ze bestaan niet meer. Wij woonden in het niemandsland tussen de beide dorpen, het dorp aan zee en het dorp in binnen, nu tot middengebied herdoopt. Door deze uitzonderlijke ligging maakten we gebruik van zowel de 'zeese' als de 'binse' negotie.
De mooiste winkel die ik mij herinneren kan was de manufacturen- annex fourniturenzaak van de dames Kampman aan de Douzastraat. Een hoge, smalle en donkere ruimte met voorin de toonbank en achterin een paar treden die naar een hoger gelegen gedeelte voerden. Het stonk er naar de motteballen want lekker ruiken kun je dat niet noemen en als je al lang weer buiten de winkel stond, hing nog die door dringende kamferlucht nog in je neus.
De winkeliersters waren twee breekbare rose gerimpelde dametjes die zelfs binnen een fluwelen hoedje droegen en de kleine voetjes in hoge, glimmend bruine rijglaarsjes hadden gestoken.
Van het assortiment aan korsetten, schorten, ondergoed, kinderkleding en handwerkmaterialen bevielen mij de doosjes met borduurzijde nog het beste. Ik keek mijn ogen uit op die verscheidenheid aan kleuren.
Ook vertegenwoordigden zij de fabrikant Bleyle, die bekend stond om zijn modieuze, duurzaam en modieuze dames en kinderkleding. Van die laatste kocht mijn moeder voor mij een pakje, ik heb het nog altijd bewaard. Ingeseald in plastic ligt het in mijn kast als vertrouwd bewijs van mijn jonge jeugd. Dat pak is een hele dure aanschaf geweest. Te duur om in één keer te betalen. Daarom bracht mijn moeder iedere week- zoveel ze kon missen- naar de dames. Tot het moment waarop de schuld kon worden voldaan en het pakje, verpakt in vloeipapier van eigenaar verwisselde. Het is een succes gebleken! Zulke dure kleren werden op de groei gekocht. In de rok werd een dubbele zoom gelegd, die tot vervelens toe, als laatste met een biasbandje er tegenaan. Als kind schaamde je je voor de verkleurde rand die liet zien waar de oude zoom was platgeperst.
Een soortgelijk dametje was Marijtje Onderwater, minder breekbaar om te zien maar ook met hemden, broeken, elastiek en noem maar op, knopen, garen en band. Haar winkel was in de Piet Heinstraat, Essy in de Hoofdstraat, Agaat Kampman op de Voorstraat, ze verkochten allemaal gelijksoortige waar.
Je haalde er een kaartje stopwol om er de gaten in kousen en sokken mee te stoppen.
Dan waren er de grotere zaken, de magazijnen, met een uitgebreider assortiment:linnengoed, bedden, dekens, gordijnen en tafelkleden, lakens, slopen, thee en handdoeken, ze zijn er niet meer. Verdwenen Tisslng; Bleichrodt;Paddenburg; de Koning en van Schooten. Alleen Verkade, zij het in een andere vorm, bestaat nog. Met hen verdwenen ook de arme de klantjes, die eerst gingen vragen wat het kaartje stopwol bij hen koste, op elke cent moest worden gelet.
1 opmerking:
EnArendje in de Bronckhorststraat........ Pjotr
Een reactie posten